Alhoewel de literatuur uit de rederijkerstijd reeds vele decennia het voorwerp is geweest van intense studie, komen toch nog geregeld nieuwe teksten aan het licht. Wel is het gewoonlijk zo dat deze vondsten behoren tot genres of teksttypes die reeds uit andere bronnen goed bekend en vertegenwoordigd zijn. Zeldzaam zijn die vondsten die blijken te behoren tot een type, waarvan tot dan toe niet was geweten dat de rederijkers het hadden beoefend.
Although the literature from the rederijkers era has been studied intensely for decades now, we continue to find new texts. Usually, these are of a type or genre already well known from and represented by other sources. More rarely we find a text of a type we did not know the rederijkers practiced.
Een dergelijke, didactische tekst van een heel bijzondere soort is ons bewaard gebleven in een volksboek uit de vroege zestiende eeuw. Hij is een unicum in zijn genre en daarom alleen reeds onze aandacht ten volle waard. Bovendien blijkt dit soort tekst te behoren tot een in de ons omringende landen sterk verspreide en diep-wortelende traditie, zodat het opduiken ervan in een Vlaams volksboek alsnog toelaat een hiaat in de laat-middeleeuwse en vroeg zestiende-eeuwse Nederlandse cultuurhistorische kontekst op te vullen.
One such very special and educational text coming to us from an early 16th century volksboek. Being the only example of its genre it is worth our full attention. It turns out this type of text belongs to a tradition deeply rooted in neighboring countries. Its appearance in a Flemish volksboek allows us to fill a gap in the late medieval and early 16th c. cultural historical context.
Als kunstwerk kan men de tekst weliswaar moeilijk hoge lof toezwaaien, maar hierbij mag men toch weer niet uit het oog verliezen dat de anonieme dichter zeker niet de intentie had een hoogwaardig literair werk te creëren. Zijn traktaat is gebruiksliteratuur met een praktisch, didactisch doel. Het is immers een handleiding voor waarzeggerij of toekomstvoorspelling, een orakelboek voor hen die erin geloven en een aangenaam, tijdkortend gezelschapsspel voor het in de Renaissancetijd snel groeiend aantal van hen die dat niet langer doen, of alleen nog maar een beetje, soms.
As a work of art, the text doesn't score top marks, but this will not have been the intent of the author. His treatise is intended to be used with practical, didactical purpose. It is, after all, a manual for divination or prediction, a book of oracles for those who believe in them, and a pleasant pastime and game for the then growing number of people who do not, or only sometimes, a little..
Dit orakelboek op rijm is opgenomen in het nog zogoed als onbekend volksboek Thuys der Fortunen ende dat Huys der Doot. Dit met gothische letters gedrukt boek in kwarto-formaat moet bij ons zeer populair geweest zijn, te oordelen naar de ervan bekende drukken, waarvan echter slechts een paar ook bewaard zijn gebleven.
This oracle book is set in rhyme and included in the little known volksboek Thuys der Fortunen ende dat Huys der Doot. It is set in gothic font and printed in quarto size. It must have been popular locally, judging by the known prints, of which only a few survive.
De oudste bewaarde uitgave dateert uit 1518 en werd te Antwerpen door Jan van Doesborch gedrukt(1). Het enige, bijna volledige exemplaar bevindt zich in het Plantijnmuseum te Antwerpen(2).
The oldest suviving edition dates from 1518 and was printed by Jan van Doesborch in Antwerp. The only, almost complete copy is kept in the Plantijn museum in Antwerp.
Een tweede druk dateert uit 1531 en kwam te Utrecht bij Jan Berntsz. van de pers. Weer is slechts één enkel exemplaar bekend(3). Het is volledig, op het draaiend ‘manneken van binnen’ na. Op dit ‘manneken’ komen we verder nog terug. Vermelden we eerst nog even dat bij dezelfde drukker nog een herdruk verscheen rond 1540. Weer is maar één enkel exemplaar bewaard en weer ontbreekt hierin het ‘manneken’, nu echter samen met het laatste katern(4).
Another edition dates from 1531 and was printed by Jan Berntsz. in Utrecht. Only one copy survives. It is complete but for the turning ‘manneken van binnen’. We will return to this 'manneken' later. Another 1540 edition from the same printer is known, of which again just one copy survives, without the 'manneken', but with the last section.
Er zijn gegevens voorhanden die aantonen dat van dit werk nog een paar andere drukken uit de zestiende eeuw moeten bestaan hebben, waarvan echter toevallig geen exemplaar tot ons is gekomen. Uit de daaropvolgende eeuw hebben we alleen een exemplaar van een Rotterdamse druk uit 1611(5).
There is evidence showing that there were a few more editions in the 16th c., but no copies survive. From the 17th c., we only have one copy of a Rotterdam print from 1611.
Dit volksboek bevat een groot aantal kortere en langere teksten, waarvan de meeste met astrologie en populaire wetenschap verband houden. Ze zijn alle in proza geschreven, met uitzondering van slechts een paar teksten, waaronder het orakelboek waarmee het boek aanvangt. Dit orakelboek op rijm, ingeleid door een ‘Prologhe’ in proza, wordt hier naar de oudste Antwerpse druk van 1518 (Sig. A2r - F4r) uitgegeven. Slechts enkele malen werden varianten uit de Utrechtse druk van 1531 (U) in voetnoot vermeld, daar de bewoordingen over het algemeen te sterk verschillen, alhoewel de inhoud, in zijn geheel beschouwd, dezelfde is. Vermelden we ook nog dat zowel in het Antwerpse exemplaar als in de Utrechtse drukken vele grote houtsneden voorkomen, die in de bewaarde exemplaren echter slechts gedeeltelijk dezelfde zijn. Dit illustratiemateriaal wordt hier verder buiten beschouwing gelaten.
This volksboek contains a large number of short and longer texts, most of which deal with astrology and popular science. The texts are all written in prose, with a few exceptions, such as the oracle book, the first section. This oracle book in rhyme, preceded by a 'Prologhe' (prologue) in prose, is published here after the 1518 Antwerp edition. Variations of the Utrecht edition of 1531 are mentioned but a few times in the footnotes, because the wordings generally differ significantly - even though the content is overall the same. Both the Antwerp and the Utrecht editions contain many large woodcuts, which only partly correspond between the editions. We will disregard these illustrations here.
Zoals gezegd is het Antwerpse exemplaar van de oudste druk niet volledig. Het titelblad ontbreekt(6), en, natuurlijk, ook het draaibaar ‘manneken’ dat op dit titelblad was bevestigd. De tekst van het ‘Losbuch’ echter is wel volledig: die begint pas op Sig. A2r met de reeds vermelde ‘Prologhe’.
As mentioned before, the Antwerp copy of the oldest edition is incomplete. The title sheet is missing, as is the revolving 'manneke' which would have been attached to it. However, the text of this 'Losbuch' is complete; the text starts at Sig. A2r with the aforementioned 'Prologhe'.
In deze prozainleiding nu, wordt verwezen naar een cirkel met in het midden ‘den man’, die men aan de voorzijde van het blad, d.i. het titelblad, moet in beweging brengen, door aan een knoopje te draaien. Deze cirkel is een noodzakelijk instrument dat met de tekst een onafscheidbaar geheel vormt.
In this prose introduction, a circle with 'den man' in its center is referred to, which the reader is to set in motion on the front side of the title sheet, by turning a small button. This circle is a required instrument which is an inseparable whole with the text.
Deze cirkel op de verso-zijde van het titelblad treft men aan in de Utrechtse drukken, maar in geen enkel exemplaar is het draaiend ‘manneken’ nog aanwezig, ten minste niet in het midden van de cirkel op de achterzijde van het titelblad. Gelukkig echter komt dit hurkend en met de vinger wijzend figuurtje nog eens in de tekst van het volksboek voor, ook in de Antwerpse druk (Sig. 14r).
We find this circle on the flip side of the title sheet in the Utrecht editions, but the 'manneken' is missing in all surviving copies - at least not in the center of the circle on the back side of the title sheet. Fortunately we find this small figure, crouching and pointing a finger, later on in the text of the volksboek, also in the Antwerp edition.
Ten einde deze cirkel, de ‘keuzeschijf’ voor het orakelboek, te reconstrueren, zoals die een deel heeft uitgemaakt van het Antwerps exemplaar, heb ik het ‘manneken’ van Sig. 14r uitgesneden en aangebracht op de cirkel die op de verso-zijde van het titelblad in de Utrechtse druk van 1531 bewaard is (zie de afbeelding hierbij).
In order to reconstruct this circle, the 'selection dial' for the oracle book, as it was in the Antwerp copy, I cut the 'manneken' from Sig. 14r en attached it to the circle that was preseved on the verso side of the title sheet of the 1531 Utrecht copy (see illustration).
De auteur, de ‘actor’, zoals hij zichzelf in volksboeken dikwijls noemt, is niet met zekerheid bekend. Toch lijkt het zeer waarschijnlijk dat hij in Antwerpse rederijkerskringen moet gezocht worden. Ook is er het sterk vermoeden dat Jan van Doesborch, de drukker, zelf wel eens deze tekst zou kunnen opgesteld of vertaald hebben. Een dergelijke activiteit is bij de drukkers uit die tijd wel heel gewoon.
We do not know with certainty who the author, or 'actor' as he refers to himself commonly in volksboeken, is. It seems probable that he would be found in Antwerp 'rederijker' circles. There is a strong suspicion that Jan van Doesborch, the printer, edited or translated the text himself. This is common for printers in those times.
Het is ook niet onwaarschijnlijk dat de Antwerpenaar buitenlandse voorbeelden van gelijkaardige orakelboeken moet hebben gekend. De gelijkenis, zij het dan in 't algemeen, met buitenlandse voorbeelden is zo treffend dat ze niet toevallig kan zijn. Toch moet ik er onmiddellijk aan toevoegen dat een directe bron voor de Nederlandse tekst mij niet bekend is.
It is also quite likely that this Antwerp citizen knew similar oracle books of foreign origin. The similarity to foreign examples is too striking to be coincidental. I must add that I cannot point to a direct source for the Dutch text.
Dit Nederlands orakelboek hoort thuis in een traditie die tot de oudheid opklimt en waarvan in de late middeleeuwen en de zestiende eeuw vele voorbeelden uit de ons omringende landen bekend zijn.
This Dutch oracle book belongs to a tradition that goes back to ancient history and of which many examples from neighboring countries are known.
(6)Dit titelblad werd in het exemplaar wel met inkt nagetekend, op basis van het titelblad van de Utrechtse druk, echter zonder het draaiend ‘manneken’.
(6) This title sheet was copied in ink in this copy, based upon the title sheet of the Utrecht edition, although without the revolving 'manneken'.
Vooraleer we echter een beknopt overzicht geven van de orakelliteratuur moet het begrip orakelboek zelf verduidelijkt worden. Hieronder verstaat men een verzameling spreuken of uitspraken als antwoord op een bepaalde vraag of in het algemeen. Deze uitspraken hebben betrekking op de toekomst van de vrager. Deze kan één bepaalde uitspraak door het Toeval of het Lot laten aanwijzen, door een niet aan zijn eigen wil onderworpen instrument in beweging te brengen. Dit instrument vervult de rol van tussenschakel tussen de vrager en de uitspraak en leidt via een mechanisch proces tot één bepaald antwoord dat op hem, al dan niet als antwoord op een preciese vraag, van toepassing is.
However, before we give a bref overview of oracle literature, we must elaborate the term 'oracle book'. We define this to be a collection of spells or statements in answer to a specific question, or in general. The statements would refer to the future of the one asking them. He would be able to have Chance or Fate point to one specific statement, by setting in motion an instrument that is not under his control. This instrument serves as an intermediary between the asker and the statement and leads, via a mechanical process, to one specific answer that applies to him - either in answer to a specific question or as a general statement.
Dit als mediator gebruikt mechanisme, waardoor het Toeval of het Lot zijn beslissing kenbaar kan maken, kan van zeer verschillende aard zijn. Zo kan het bestaan in het trekken van speelkaarten of van een draadje uit een hele streng, het kan het draaien zijn van een wijzer, het prikken met een naald in een boek of het laten openvallen van dit boek, vooral dan de Bijbel, enz.
The mechanism that serves as this intermediary and through which Chance or Fate makes its decision known, can take a large variety of forms. It can be in the drawing of a card, picking a string from a bunch, but also revolving a dial, pricking a needle in a book, letting a book fall open (esp the Bible), etc.
Een andere manier is het berekenen van de numerieke waarde van de naam van de vrager, of van diens naam samen met die van zijn moeder of vader. Aan elke letter wordt hierbij een vaste getalwaarde toegekend die men in een tabel kan nagaan (de zg. onomatomantiek). Ook kan men vier rijen van een willekeurig aantal punten in het zand of op papier zetten. De punten van elke rij worden geteld: is het totaal een even getal dan zet men twee punten naast elkaar; is het getal oneven dan slechts één punt. Zo krijgt men een figuur bestaande uit vier groepen van ofwel één ofwel twee punten. Er zijn hierbij zestien (viermaal vier) combinaties mogelijk, die elk een eigen naam hebben. Elk van deze figuren leidt dan via allerlei ingewikkelde instructies uiteindelijk naar een bepaalde orakelspreuk (de zg. geomantiek). De eenvoudigste vorm van geomantie is die van de zestien rechters, aldus genoemd naar de zestien combinaties die zoals gezegd, bij de punkteerkunst mogelijk zijn(7).
Another way is calculating the numerical value of the name of the asker, or their name taken together with the name of their mother or father. To accomplish this, a fixed numerical value is attached to each letter, which one would look up in a table ('onomatomantiek'). One can also create four rows of random numbers of points in the sand, or on paper. The points in each row are then tallied; if the total is even, one would draw two points, if the result is odd, one point. You would end up with a figure consisting of four groups of one or two points each. Sixteen combinations are possible, each having their own name. Each of the figures leads to a specific oracle statement / spell through an intricate set of instructions (geomantiek). The simplest form of 'geomantie' is that of the sixteen judges, named after the sixteen possible outcomes of the aforementioned 'punkteerkunst'(7).
(7)G. Eis, Wahrsagetexte des Spätmittelalters (Texte des späten Mittelalters I, Berlin, 1956), p. 29.
*Daar het bijgeloof voor het eenvoudige weinig voelt, zijn ingewikkelde procedures, met verscheidene tussenschakels, veruit in de meerderheid.
In de Middelnederlandse literatuur zijn deze methodes, die alle tot de verboden kunsten gerekend werden, niet zo goed vertegenwoordigd. Daar de Kerk zeer wantrouwig stond tegenover deze vormen van waarzeggerij is dat ook niet verwonderlijk. Toch zijn enkele handschriften die vooral leerboeken der geomantie bevatten, tot ons gekomen(8). Ze zijn alle zeer gecompliceerd en mengen de punkteerkunst met astrologische consideraties.*
Because superstition prefers complexity, the majority of procedures are quite complex, with several intermediate steps.
These methods, all of which were forbidden arts, are not well represented In Middle Dutch literature. This should not come as a surprise, as the Church was extremely suspicious of these forms of fortune telling. Nevertheless, some manuscripts containing instruction books on 'geomantie' survive.(8) They are all very complex and mix 'punkteerkunst' with astrological considerations.
*Een ervan, bewaard in Ms. néerl. 10 van de Bibliothèque nationale te Parijs, begint als volgt:
Hyr begint die gloze auere (sic) die gh(e)omancie des Konings ptholomey die ghemaket is van mamet den meister die welke een vals godt is der heiden vnde dese mamet gaf desen boeck enen arabischen namen to weiten freddeguelsors dat by ons te seggen is tboeck der verdicheit wantet snelliken vnd verdelicken syn sermonen voertbrengt welc boeck Auerois na vant vnder Aristoteles boken ende van die bede van Auicenna settede hie dich (sic) ouer wtten Arabischen int Latin ...
Van deze kunst, zo gaat Auerois, d.i. Averroes, verder, ‘so ghebruycken wy die tekenen der 16 figueren die welke wy setten by die mansunen (= mansiones) der xij huisen na die leringhe vander astronomien’.*
One of these manuscripts, kept in Ms. néerl. 10 of the Bibliothèque nationale in Paris, begins as follows:
Hyr begint...
Of this art, Auerois (i.e. Averroes) continues, 'so we use the signs of the 16 figures which we place by the mansiones ...'
De onomatomantiek is in Mnl. handschriften enkel vertegenwoordigd door een fragment van een berijmde uiteenzetting over de cirkel van Pythagoras(9). Uit de zestiende eeuw zijn wel een paar volksboeken bewaard waarin deze mantiek voorkomt. Dit is het geval met Dat kleyne Planeten boeck (1581) waarin wordt geleerd, zoals uit de ondertitel blijkt, hoe men ‘die complexie Natuer Eygenschap een eygenlyck Minsch bekennen mach ... ende sulcx altemael lichtelic door der Minschen naem wt te reckenen...’. In Dat grote Planeten Boeck (1591) komt deze kunst eveneens voor(10). Ze wordt hier echter ten onrechte als ‘Geomanci’ beschreven, daar het mechanisme bestaat uit het optellen van het ‘Boeckstavens-tal in Naemen’. Hier vindt men niet minder dan zeven verschillende ‘figueren’ met telkens een andere waarde voor elke letter. De figuren worden elk genoemd naar een ‘meester’: Albumasa, Anthidon, Pitagoras, Ptolomeus, Plato, Aristoteles en Halli.
The 'onomatomantiek'is represented in Middle Dutch manuscript only by a fragment of a rhymed dissertation on the Pythagorean circle(9). A few volksboeken containing this mantic from the 16th c. do survive. One example is Dat kleyne Planeten boeck (1581) which teaches, as the subtitle states, ‘die complexie Natuer Eygenschap een eygenlyck Minsch bekennen mach ... ende sulcx altemael lichtelic door der Minschen naem wt te reckenen...’. This art also occurs in Dat grote Planeten Boeck (1591)(10). In this book it is wrongly described as 'Geomanci', because the mechanism consists of adding the ‘Boeckstavens-tal in Naemen’. Here one finds no less than seven different 'figueren', each with a different value for a letter. Each of the figures is named after a 'meester': Albumasa, Anthidon, Pitagoras, Ptolomeus, Plato, Aristoteles and Halli.
(8)R. Jansen-Sieben, ‘Middelnederlandse Vakliteratuur’, in: G. Keil und P. Assion (eds.) Fachprosaforschung. Acht Vorträge zur mittelalterlichen Artesliteratur (Berlin, 1974), p. 63 e.v. (9)E. Cramer-Peeters, W. Braekman en M. Gijsseling, ‘Een Middelnederlandse Ziekte- en Jaarprognose uit Aardenburg’, VMKVA (1966), 355-74. (10)Ook in Thuys der Fortunen ... komen twee korte prozateksten over deze soort mantiek voor. [p. 10]
Volledigheidshalve vermelden we uit latere eeuwen nog dat de Leuvense mathematicus en medicus, Johannes Sturm, een uitvoerige Ludus fortunae schreef, een werk dat in 1633 werd gedrukt. Het is een orakelboek, geheel in de trant van het bekende Italiaanse werk van Lorenzo Spirito, Libro di ventura (einde 15o E.). Dit Italiaanse werk was zeer populair, het werd in het Frans vertaald en vanaf 1528 ook herhaaldelijk herdrukt. Het werd ook in het Nederlands vertaald: 't Boeck van den Avonturen (Rotterdam, 1650)(11).
For completeness' sake we mention Johannes Sturm, a mathematician and phycisian from Leuven, who much later wrote an extensive Ludus fortunae, which was printed in 1633. It is an oracle book, wholly in the spirit of the well known Italian work by Lorenze Spirito, Libro di ventura (late 15th c.). This Italian work was very popular, translated in French and reprinted repeatedly from 1528 onwards. It was also translated in Dutch, 't Boeck van den Avonturen (Rotterdam, 1650)(11).
*Wie een goed overzicht wil van de historische ontwikkeling van de orakelliteratuur buiten de Nederlanden, is nog steeds aangewezen op het basiswerk dat door J. Bolte bij het begin van deze eeuw werd verricht(12).
In de oudheid waren orakels, veelal gebaseerd op het werpen van dobbelstenen, dikwijls verbonden met de kultus in een bepaalde tempel. In het Latijn bezitten we uit de derde eeuw een fragment van een dergelijk orakelboek en uit de tiende eeuw dateert een afschrift van de Sortes apostolorum, waarvan het bestaan reeds vijf eeuwen vroeger geattesteerd is. Hiervan bestaan Provençaalse en Franse vertalingen uit de late middeleeuwen. Andere orakelmethodes met dobbelstenen zijn via de Arabieren in Europa bekend geworden, nog andere zijn uit het Hebreeuws afkomstig.*
For a good overview of oracle literature outside of the low countries, refer to the standard work by J Bolte from the early 20th c.(12)
In antiquity, oracles - often based on casting dice - were often connected to the cult of a specific temple. We have a Latin fragment of a similar oracle book from the 3rd c. and a copy of the Sortes Apostolorum from the 10th c., the existence of which is attested to five centuries before. French and Provençal translations from the late middle ages exist. Other oracle methods using dice came from the Arab world, others from Hebrew.
Verder is er een Sortilegium sanctorum patrum bewaard in een handschrift uit de zeventiende eeuw. Het is gebaseerd op het werpen van drie teerlingen en is zonder twijfel eeuwen ouder dan het late afschrift.
A 'Sortilegium sanctorum' survives in a manuscript from the 17th c. Is is based on casting three dice and is certainly older then this particular copy.
Andere orakelboeken zijn gebaseerd op het laten openvallen van de Bijbel. Op de aldus gevonden bladzijde neemt men de eerste letter van de eerste vier regels. Men telt de plaats van deze letters in het alfabet en zet, naar gelang dit een even of een oneven getal is, respectievelijk twee of een punt. Zo bekomt men een figuur zoals in de geomantie. Tot deze soort behoren o..m. de Sortes duodecim tribuum en de Twaalf Zonen van Jacob.
Other oracle books are based on letting a Bible fall open to a random page.One would take the first letter of the first four lines on that page. One would count the locations of these letters in the alphabet and would draw, depending on the outcome being even or odd, two points or one. This way you would arrive at a figure like in 'geomantie'. The 'Sortes duodecim tribuum' and 'de Twaalf Zonen van Jacob', among others, belong to this class.
(11)Uit de achttiende eeuw zijn wel meer orakelboeken met punkteren of speelkaarten bekend. Cf. E. Dronckers, Verzameling F.G. Waller. Catalogus van Nederlandsche en Vlaamsche Populaire Boeken ('s-Gravenhage, 1936), no 29, 30, 256, 617, 672-73, 899, 1403 en 1645. (12)J. Bolte (ed.), Georg Wickrams Werke 4. Band (Bibliothek des litterarischen Vereins in Stuttgart, Bd. CCXXIX, Tübingen, 1903), 276-348. Men zie ook: Handwörterbuch des deutschen Aberglaubens V (Berlin, 1932-34), cols. 1386 e.v. [p. 11]
De eigenlijke punkteerkunst (geomantie) lijkt van Arabische oorsprong te zijn. Het beroemdste orakelboek is hier het Liber Alphadhol met antwoorden op honderdvierenveertig vragen(13). Het heeft door de Latijnse vertaling van Gerhard van Cremona in Westeuropa eeuwenlang een grote invloed uitgeoefend en er tot talloze navolgingen geleid. Dit is eveneens het geval voor het punkteerboek van Albedatus en voor de Prenostica Pitagorice. Een ander veel nagevolgd orakelboek werd toegeschreven aan Abraham ibn Esra.
The actual 'punkteerkunst' (geomantics) seems to be of Arabic origin. The most famous oracle book is 'Liber Alphadhol' with answers to 144 questions(13). It remained very influential in western Europe for centuries through a latin translation by Gerhard van Cremona and spawned many imitations - as did the 'punkteerboek' by Albedatus, and the Prenostica Pitagorice. Another much imitated oracle book is attributed to Abraham ibn Esra.
In een soms aan Bernardus Silvester, soms ook aan Porphyrius toegeschreven orakelboek, wordt het punkteren gecombineerd met de astrologie, meer bepaald met de achtentwintig mansiones van de maan. Deze combinatie is trouwens een verschijnsel dat men in punkteerboeken wel meer aantreft, zoals dat ook in het reeds genoemde ‘boeck der verdicheit’ het geval is.
One oracle book, attributed to Porphyrius but also to Bernardus Silvester, combines 'punkteren' with astrology, specifically with the 28 stages of the moon. This combination is found quite often in punkteer books, for example also in the aforementioned ‘boeck der verdicheit’.
Vele anderen hebben leerboeken der geomantie geschreven: Bartholomeus van Parma, Petrus de Abano, Michael Scotus, Cornelius Agrippa, en anderen. Beroemd is ook het werk van koning Wenzel IV (einde 14o E.) dat soms toch ook op naam staat van een zekere Socrates Basileus(14).
Many others have written textbooks on geomantics: Bartholomeus van Parma, Petrus de Abano, Michael Scotus, Cornelius Agrippa, and others. Widely known is also the work of King Wenzel IV (late 14th c.) sometimes signed by one Socrates Basileus (14).
Uit Frankrijk zijn naast de reeds vermelde vertaling van de Sortes Apostolorum vele andere ‘Losbücher’ bekend, o.m. het ten onrechte aan Jean de Meun toegeschreven Le jeu de fortune ou Duodecedron, dat in de zestiende eeuw gedrukt en nog in de volgende eeuw in het Engels vertaald werd(15), L'esbatement de géomancie (einde 15o E.) en Les horoscopes du jeu de dez (15o E.).
We know many Losbucher from France, among which the aforementioned translation of the 'Sortes Apostolorum', as well as 'Le jeu de fortune ou Duodecedron', wrongly attributed to Jean de Meun, printed in the 16th c. and translated into English in the 17th c, L'esbatement de géomancie (late 15th c.) and Les horoscopes du jeu de dez (15th c.).
Vanaf de late middeleeuwen ontwikkelt de pseudo-wetenschap der geomantie in twee richtingen. Aan de ene kant zijn er pogingen om deze pseudo-wetenschap verder uit te bouwen. De tweede richting is het gevolg van een wijziging in het doel van deze leerboeken. Geleidelijk, door toevoeging van poëtische elementen, zowel als van miniaturen of houtsneden, werden de kurkdroge en ‘serieuze’ traktaten tot een genietbaar, onderhoudend, soms lichtjes pikant gezelschapsspel dat tot vermaak diende en waarin men niet langer ernstig geloofde. Deze laatste tendens neemt in de gedrukte orakelboeken geleidelijk de overhand. Vooral in Duitsland is deze verandering goed merkbaar.
Starting in the late middle ages, the pseudo science of geomantics develops in two directions. On the one hand, attempts are made to further develop this pseudo science. The other direction springs from a change in the objective of these educational books. Over time, the dry and serious tractates became enjoyable and sometimes slightly racy parlor games no longer taken as seriously, through addition of poetic elements as well as miniatures and woodcuts. This change is particularly apparent in Germany and becomes prevalent in printed oracle books.
(13)P. Assion, Altdeutsche Fachliteratur (Grundlagen der Germanistik 13, Berlin, 1973), p. 163. (14)Uitgegeven door L. Zatočil, Germanistische Studien und Texte I (Brno, 1968), pp. 11-164. (15)Voor een Middelengels berijmd orakelboek, zie mijn ‘Fortune-Telling by the Casting of Dice. A Middle English Poem and its Background’, Studia Neophilologica LII (1980), pp. 1-29.
Hier onderscheidt Bolte drie groepen ‘Losbücher’. De eerste wil ernstig te nemen voorspellingen geven; de tweede is louter onderhoudend en de derde onderscheidt zich van de tweede door het toevoegen van enige moralisatie.
Here, Bolte distinguishes three groupes of 'Losbücher'. The first gives divinations that are to be taken seriously. The second is purely for entertainment. The third sets itself apart through addition of some moralization.
Een belangrijk onderscheid tussen de eerste groep en de twee andere is dat alleen in de eerste een reeks goedomlijnde vragen gegeven worden waarop men het antwoord wenst te vernemen. Bij de overige twee zijn er geen vragen. Het in werking brengen van het mechanisme - wat het ook zij - leidt tot één enkele, algemeen gehouden toekomstvoorspelling. Beide soorten zijn vertegenwoordigd in de verzameling Duitse orakelboeken die Konrad Mulitor in de late vijftiende eeuw uit een ouder, verloren gegaan handschrift heeft samengebracht.
One important difference between the first group and the other two is that only in the first group one would find well-defined questions to which one would want to know the answers. The other two groups do not include questions. Setting the mechanism, whatever shape or form it takes, in motion leads to one singular, generic divination. Both types are represented in the collection of German oracle books Konrad Mulitor assembled in the late 15th c. from an older manuscript that is now lost.
De tweede groep omvat orakelboeken die uitgaan van dobbelstenen(16), van speelkaarten(17) of - en dit is voor het hier uitgegeven Nederlands ‘Losbuch’ van bijzonder belang - van een draaischijf met wijzer. Er zijn hier, zoals gezegd, geen lijsten van vragen, maar één enkele, algemene voorspelling. Dit is een verschijnsel dat wellicht met de boekdrukkunst samenhangt. Om een grote afzet te verzekeren was het voor de drukkers nodig te zorgen voor een zo groot mogelijke belangstelling. Daartoe drong een sterke vereenvoudiging zich op. Alleen algemeen menselijke problemen zoals het geluk of ongeluk in liefde of zaken bleven behouden. De technische mogelijkheden van de boekdrukkunst hadden ook een invloed op de keuze van het mechanisme(18). Daarom overwegen de teerlingen, waar men de ogen als zwarte stippen kon weergeven, of de draaiende wijzer op een cirkel. Dit laatste was technisch moeilijker en ook minder stevig, wat blijkt uit het feit dat in vele exemplaren de draaiende wijzer verdwenen is, zoals dat ook in alle bewaarde exemplaren van het Nederlands orakelboek het geval is.
The second group comprises oracle books that work with dice, playing cards or - epecially important for the Dutch 'Losbuch' published here - a turntable with a dial. As said, we do not find lists of questions here but one single, generic divination. This phenomenon is perhaps related to printing. To ensure a large sales volume, publishers needed to attract the greatest possible interest. This led to generalization. Only generic personal issues such as (mis)fortune in love or business remained. The technical possibilities that printing offered also influenced the choice of mechanism. It is why the use of dice prevails: the pips can be rendered as black dots. The dial on a circle was harder to execute and less durable, as demonstrated by the missing dials in many surviving prints.
Een van deze Duitse, algemene orakels met draaischijf verdient onze bijzondere belangstelling omdat het, tenminste wat het mechanisme en de verschillende tussenstadia die tot het antwoord leiden betreft, grote gelijkenis vertoont met wat we in het Nederlands ‘Losbuch’ aantreffen.
One of the generic German oracles with dial deserves our special attention, specifically because it is very similar to the Dutch 'Losbuch' in the mechanism employed as well as the intermediate steps leading to the answer.
(16)Men heeft ook gedrukte dobbelsteen-orakelboeken b.v.: A. Goetze (ed.), Das Strassburger Würfelbuch von 1529 (Jahresgaben der Gesellschaft f. Elsässische Literatur V2, Strassburg, 1918). (17)Rond 1511 verscheen te Straatsburg een Loszbuch aus der Karten gemacht. Cf. H. Rosenfeld, ‘Losbücher vom Ende des 15. Jahrhunderts’, Archiv f. Geschichte des Buchwesens IV (1961), 1118-27. (18)H. Rosenfeld, Op. cit., 1118. [p. 13]
Zoals in de ‘Prologhe’ van ons orakelboek wordt aangegeven, moet de vrager het ‘manneken’ (dat als wijzer fungeert) op een cirkel, een soort windroos draaien. Bij het omdraaien van het blad ziet men dat dit ‘manneken’ een van de twaalf windstreken met de vinger aanwijst. Als men de aangeduide windstreek opslaat wordt men er verder verwezen naar een van de twaalf zodiaktekens, dat op zijn beurt verwijst naar een van de twaalf maanden. De aangeduide maand verwijst verder naar één van twaalf vrouwen (Blancefleur, Sandrijne, Medea, Lucresia, Dalida, Schoonbedroch, Thisbe, Funesta, Medusa, Barsabea, Proserpina en Galathea), die ten slotte aangeeft bij welke van de volgende twaalf ‘meesters’ men zijn toekomst zal onthuld vinden: Mercurius, Edelaere, Moyaert, Die oude minnaer, Die Scaker, Pegasius, Eolus, Haly, Die monick, Lichtuoet, Mesue en Auicenna). Elk van deze meesters geeft uitvoerig, in strofen van ongelijke lengte, bescheid over wat de toekomst van de vrager zal brengen.
As is indicated in the 'Prologhe' of the oracle book, de asker is to rotate the 'manneken' that functions as a dial on a compass-like circle. Turning the page over, one sees that the 'manneken' points to one of the twelve rhumbs with its finger. Turning to the page for the indicated rhumb one is then referred to one of twelve zodiac signs, which in turn refer to one of the twelve months. The indicated month then refers to one of twelve women, who will then finally indicate which one of twelve 'masters' will disclose your future. Each of these masters gives an elaborate answer on what the future of the asker may bring, in verses of inequal length.
Een Duits ‘Losbuch’ dat hiermede gelijkenis vertoont, is bewaard in Mulitors handschrift (no 6)(19) en verder ook in drie, respectievelijk te Spiers, Nürnberg en Lübeck gedrukte varianten(20). Hier dient een engel als wijzer op een in twaalf streken verdeelde windroos. De aangeduide windstreek verwijst naar een van de twaalf zodiaktekens, die achtereenvolgens verder verwijst naar een van de twaalf geestelijke zusters (begijnen) en twaalf geestelijke broeders (begarden). Het ganse werk is op rijm, de proloog incluis.
A German 'Losbuch' that shows similarities with this, comes to us through Mulitor's manuscript as well as in three variations printed in Spiers, Nürnberg and Lübeck, respecitvely. Here, an angel serves as the dial, pointing again to rhumbs, which then refer to a zodiac sign, which refer to one of twelve spiritual (sacred?) sisters (begijnen) and twelve spiritual brothers (begarden). The entire work is in rhyme, including the prologue.
Bij nader toezien blijkt echter dat het orakelboek toch grote verschillen vertoont. Zo zijn in de rond 1484 te Spiers gedrukte variant(21) twaalf geestelijke zusters die de volgende namen dragen: ‘Swester’ Anna, Isendrut, Nilgart, Hille, Lyse, Kongont, Cristen, Bingel, Fyhe, Metzgin, Demudt en Magdalen. De twaalf ‘bruder’ zijn: Gordian, Eckbreckt, Reynhart, Trudelman, Ecke, Leyme, Iorge, Treyras, Eychen styel, Rudolff, Ebendryn en Lodeman.
Upon closer inspection however, there are significant differences in this oracle book. The names of the sisters in the variant printed around 1484 in SPiers are: ‘Swester’ Anna, Isendrut, Nilgart, Hille, Lyse, Kongont, Cristen, Bingel, Fyhe, Metzgin, Demudt en Magdalen. The names of the 'bruder' areGordian, Eckbreckt, Reynhart, Trudelman, Ecke, Leyme, Iorge, Treyras, Eychen styel, Rudolff, Ebendryn en Lodeman.
(19)J. Bolte, Op. cit., pp. 326-27. (20)Van de Lübeckse druk van ca. 1500-25 zijn maar twee bladen bewaard, die ik niet heb gezien. Het is niet uitgesloten dat deze Nederduitse versie dichter bij de Nederlandse tekst zou staan. (21)Er is geen titelblad. De tekst begint: ‘Nu horent vnd merckent eben / Lieb vnd leyt sint hie durchweben ...’. Het enige bekende exemplaar bevindt zich in de Westberlijnse Staatsbibliothek Preussischer Kulturbesitz (Signatuur: Inc. 2058). Cf. W.A. Copinger, Supplement to Hain's Repertorium Bibliographicum (Görlich, s.d.) II, no 3636. [p. 14]
Zoals men ziet zijn de namen in het Duits en het Nederlands orakelboek geheel verschillend. In het laatstgenoemde werk zijn er trouwens ook geen geestelijke zusters en broeders maar beroemde vrouwen en ‘meesters’. Nog belangrijker is dat ook de inhoud geheel verschilt. De enige gelijkenis is dus de opeenvolging: windroos - winden - zodiaktekens - vrouwelijke en mannelijke ‘autoriteiten’. Vooral de windroos met twaalf - en niet, zoals men verwacht, zestien windstreken - is een treffende gelijkenis daar ook de twaalf opgegeven streken precies dezelfde zijn.
Clearly the names in the German and Dutch oracle books are entirely different. Also, the Dutch book does not use spiritual figures but rather famous women and 'masters'. Even more importantly, the content is entirely different. The resemblence is then mainly in the sequence compass directions - zodiac signs - female and male 'authorities'. Especially the compass directions are strikingly similar, because there are twelve of them in both books instead of the expected 16, and thet are also the same ones.
Het is dus goed mogelijk dat de Nederlandse rederijker zich door een ‘Losbuch’ van dit type heeft laten inspireren, maar dat hij de Duitse namen van vrouwen en mannen door Nederlandse, of in alle geval veel vertrouwelijker klinkende namen heeft vervangen en ook de inhoud geheel naar eigen inzicht heeft aangepast voor een Nederlandstalig publiek.
It is then entirely possible that the Dutch rederijker was inspired by a 'Losbuch' of this type, but switched the German names with Dutch, or at least more familiar sounding names, and also tweaked the contents for a Dutch audience.
Kenmerkend voor gedrukte orakelboeken is in de zestiende eeuw dat men er met nadruk en soms herhaaldelijk op wijst dat men niet blindelings in deze voorspellingen mag geloven. Dit verschijnsel hangt wel nauw samen met de kerkelijke censuur. Steeds wordt erop gewezen dat God uiteindelijk de toekomst van de mens in handen heeft. Ook heeft de mens een vrije wil. Hoe al deze factoren met elkaar te verzoenen zijn is een probleem waarmee de middeleeuwse mens steeds heeft geworsteld. Als de invloed van de planeten en de dierenriemtekens a.h.w. van bij de geboorte de toekomst van een mens vastleggen, vraagt men zich af hoe God en de vrije wil van de mens hierin verandering zouden kunnen brengen.
It is characteristic of 16th c. printed oracle books to point out, sometimes repeatedly, that one should not blindly believe the predictions. This is related to church censorship. It is continually made clear that God ultimately decides man's fate. Man also has free will. How to reconcile these factors is a problem man struggled with throughout the middle ages. If planetary constellation and zodiac signs at birth determine the future of a person, one wonders how God and man's free will could alter this course.
De gewone verklaring vinden we ook in de ‘Prologhe’ van het Nederlands orakelboek: de planeten geven aan de mens een zekere ‘toeneygentheyt’ om in een bepaalde richting te evolueren. Dit is echter geen onontkoombaar lot, ‘geen nootsakelijcheyt’, geen predestinatie.
We find the usual explanations in the 'Prologhe' of the Dutch oracle book: the planets give man a certain ‘toeneygentheyt’ (propensity) to evolve in a certain direction. This is however not an inescapable fate, ‘geen nootsakelijcheyt’, no predestination.
In het volksboek waarin het orakelboek is opgenomen, lezen we ook in verband met astrologische invloeden (Sig. P 2v in de Utrechtse druk)
In the 'volksboek' containing the oracle book, we read the following pertaining to the role of astrological factors:
*Op dese voorseide dingen ende influencien der hemelen, der Sterren ende der planeten en is gheen sekerheit te stellen. al gheuen si toeneygentheyt, si en connen den vrijen wille niet benemen.
Ende ooc sijn alle dinghen ghestelt inden wille des almachtigen gods ..*
Na de opkomst van het protestantisme was deze materie bijzonder gevaarlijk en namen de drukkers alle mogelijke voorzorgen. In het geval van Thuys der Fortunen is het de drukker in alle geval gelukt zijn werk niet op de lijsten van verboden boeken geplaatst te zien.
This topic became exceedingly sensitive after the rise of protestantism, and printers took all possible precautions. In the case of 'Thuys der Fortunen' the printer at least succeeded to keep this work off the list of banned books.
In hetzelfde licht dient men trouwens ook de voorzorg te plaatsen enige moraliserende elementen in de voorspellingen zelf op te nemen:
The following precaution to include some moralizing elements in the predicions must be seen in the same light:
b.v. Wilt v seluen nv helpen met trouwe,
Dient God, hebt van v sonden rouwe
En wilt doch om dat hoechste goet wercken,
Dats Gods rike, ende der hellen deruen,
Dan sal v siele beschermt sijn onder Gods vlercken.
(vv. 162-66)
Er werd reeds op gewezen dat vele orakelboeken nauw verbonden zijn met de astrologie. Dat het Nederlands traktaat op deze regel geen uitzondering vormt, blijkt uit verschillende elementen. Eerst en vooral is het opvallend hoe dikwijls het getal twaalf, het getal der zodiaktekens, in het werk voorkomt. Er zijn maar twaalf windstreken vermeld, de zodiaktekens zelf volgen en er zijn ook twaalf vrouwen en twaalf meesters.
We already pointed out that many oracle books are closely related to astrology. Several elements show that the Dutch tractate is no exception. First and foremost it is striking how often the number 12, the number of zodiac signs, appears. There are only twelve compass directions, then there are the twelve zodiac signs, and twelve women and twelve masters.
Nog duidelijker blijkt dit verband uit de antwoorden die elke meester geeft. Steeds begint de voorzegging met de verwijzing naar een van de dierenriemtekens. Zo b.v. zegt Mercurius: ‘Is v teeken Pisces... wilt na mi horen’ (v. 131-33), en Edelaere: ‘Is gemini v teken, tgeluc wil in v dingen’ (v. 171). Zo vindt men een zodiakteken bij elke meester. Alleen bij ‘die oude minnaer’ is dat niet het geval, maar door eliminatie blijkt dat Taurus hier thuishoort.
The astrology connection becomes even clearer looking at the masters' answers. Each prediction starts with a reference to one of the zodiac signs. Mercurius starts: ‘Is v teeken Pisces... wilt na mi horen’ (v. 131-33), Edelaere: ‘Is gemini v teken, tgeluc wil in v dingen’ (v. 171). We find a zodiac sign with each master. The only exception being ‘die oude minnaer’ but we can deduce by elimination that Taurus belongs with him.
Ook de formulering van de voorzeggingen herinnert sterk aan wat men in astrologische werken als karakteristieken bij elke planeet kan vinden: ‘Ghi sult selden sieck sijn... ende sterck van lyue...’ (vv. 137-138), of: ‘Ghetrou, gestadich suldi sijn van binnen...’ (v. 156). De meesters' blijken dus hun voorspellingen te baseren op de hemellichamen. Zo zegt ‘die scaker’: ‘So dat ic v constellatie can mercken, / Nae Cancer des teekens verstercken...’ (vv. 276-77).
Also, the way the predicions are worded reminds us of the way the characteristics of planets are described in astrological works: ‘Ghi sult selden sieck sijn... ende sterck van lyue...’ (vv. 137-138), or: ‘Ghetrou, gestadich suldi sijn van binnen...’ (v. 156). The 'masters' appear to base their predictions on the planets and stars. Says ‘die scaker’: ‘So dat ic v constellatie can mercken, / Nae Cancer des teekens verstercken...’ (vv. 276-77).
Dit verwijzen naar de astrologie is wel bedoeld om de geloofwaardigheid van de voorzeggingen kracht bij te zetten. Dit geldt trouwens ook voor de beroemde namen met grote autoriteit die men bij de ‘meesters’ en ook bij de vrouwen aantreft.
These references to astrology are meant to reinforce the credibility of the predictions, as are the names of well known authorities in the groups of 'masters' and the women as well.